Als we iets willen scheppen werken we met een impuls en een kracht die in staat is deze impuls op te vangen. Astrologisch kunnen we dit herkennen in de hoofdtekens, de assen van Ram naar Weegschaal en van Kreeft naar Steenbok. We beginnen vaak iets met veel enthousiasme en overtuiging. Een paar dagen later slaat deze vurige instelling volledig om en trekken we ons terug.
De innerlijke verandering van richting die we nu voelen maakt ons vaak onzeker en we begrijpen niet wat er aan de hand is.
Twijfels steken de kop op en beginnen aan ons te knagen.
En hoe meer we redeneren, hoe dieper we in een moerassig water wegzinken.
Het laatste hulpmiddel om deze onbegrijpelijke situatie toch nog in de hand te kunnen houden is dan meestal een spontane handeling.
Of we doen helemaal niets meer, concluderen dat iets niet gelukt is en trekken ons terug. Na een poosje komt een nieuwe impuls op en opnieuw gaan we vurig aan het werk en komen we meestal weer terug op dit punt. Wat is met onze impuls gebeurd en waarom heeft die blijkbaar een andere richting ingeslagen?
De impuls van de Ram
De impuls, het enthousiasme, de daadkracht en het zorgeloos werken horen bij Ram. Voor dit aspect is het volledig duidelijk wat er te doen valt, en daarmee willen we krachtig de wereld in. Het idee dat we op een weerstand zouden kunnen stuiten, bestaat niet voor ons. Alles is helder en duidelijk door onze intuïtie opgevangen, en geheel vanzelfsprekend willen we dat NU omzetten – hoe sneller, hoe beter.
Waarop zou een impuls moeten wachten? Een impuls is gemaakt om uitgeleefd te worden. En dat doen we dan ook met onze Ram-trilling. Daarbij is het ons meestal niet duidelijk hoeveel kracht we bezitten en gaan we door tot we op weerstand stuiten. De confrontatie met een weerstand en de innerlijke pijn die wij daardoor ervaren, laat ons de stootkracht herkennen waarmee we tot nu toe bezig waren. We beleven dit als een schokkend proces van afremming.
Wij stoten ons hoofd
Hoe onbewuster we met onze Ram verbonden zijn, hoe sterker we ons tegen de weerstand verzetten en des te harder willen we erdoorheen.
Hier horen de gedachten: ik laat me niet onderdrukken, ik buig me niet meer, ik wil dit op déze manier, ik doe geen water meer bij de wijn en wil laten zien wat ik kan.
Deze typische gedachtes hoeven niet verkeerd te zijn, maar dienen dan wel in de juiste context geplaatst te worden. Anders stoten we op dit traject zó vaak ons hoofd dat we echt lichamelijke pijn zullen ervaren. Ons hoofd komt met de Ram-trilling overeen.
Hebben we bijvoorbeeld als kind nooit onze Ram-kracht mogen uiten, en werden we ervoor bestraft als wij dat toch deden, dan heeft zich een gevaarlijk sterke frustratie in ons opgehoopt. En deze moeten we een keer ventileren, waarbij we vaak dingen doen waarvan wij weten dat ze niet goed voor ons zijn, maar we kunnen dan even niet meer ophouden. We willen en moeten doorzetten: ‘Nu doe ik precies wat ik wil!’ ongeacht de consequenties, zelfs gaat het ten koste van onszelf.
De kennis van de Weegschaal
De bewustere Ram-trilling heeft van de hoofdpijnen geleerd. We luisteren naar het tegenovergestelde astrologische aspect in ons, de Weegschaal. Van hier komt de kennis, de taal, de harmonie, hier vinden de grote inwijdingen plaats. Taak van de Weegschaal is om ons in het mentale gebied door kennis en inzicht de weg te wijzen. Door de Weegschaal wordt de extreme Ram-kracht uitgebalanceerd en erkennen wij dat wij ondergeschikt zijn aan hogere wetten.
Het ‘afrem-offer’ van onze impuls brengen we omwille van het Goddelijke, van ons Hoger Zelf. Dit komt overeen met het doden van een dierlijk aspect in ons. De bewuste Ram-trilling offert het dierlijke aspect en geeft alleen nog maar impulsen van het Licht en de Liefde verder. Hierbij ervaren we in die zin geen belemmering of afremming meer, maar herkennen we dat alles dat op onze weg komt nodig is.
Wij buigen ons voor het Hogere wet
Wij buigen ons voor het Goddelijke waarmee wij volledig verbonden zijn, luisteren en handelen ernaar. We geven mensen energie en leiden hen naar de vrijheid in henzelf.
Als wij afgeremd worden is het beste dat wij kunnen doen, ons innerlijk kind troosten en verder even niets. Gewoon liefdevol voor onszelf zijn en rustig in het hier en nu blijven. De impuls, ons intuïtieve beeld dat wij voor ogen hadden, kan meestal niet direct in de materie omgezet worden omdat die veel te krachtig is en daardoor vernietigend werkt. Neem als voorbeeld de zon: zonder ozonlaag zouden haar stralen ons beschadigen.
De beschermende functie van de Kreeft
De trilling die met de intuïtieve, impulsieve kracht van de Ram kan werken is die van de Kreeft.
De Kreeft is de oermoeder van onze ziel en kent de precieze samenstelling daarvan.
Dit aspect fungeert als een soort voorplein, een hof waarin alle krachten zich verzamelen die op aarde, dus in de materie, willen werken.
Is onze impuls in overeenstemming met ons wezen en past hij in het grotere geheel, dan stroomt hij van hieruit, de Kreeft, naar de aarde (Steenbok).
Maar is dat niet het geval, dan ervaren we behoorlijke blokkades die onze sterke impuls eerst doen verzachten en van zijn krachtige omhulsel verlossen; zijn ware essentie kan vrijkomen.
Dit heeft tijd nodig en is een uiterst belangrijk proces, willen we onszelf niet beschadigen. Teder en uiterst voorzichtig gaat de Kreeft aan het werk om de reine essentie te behouden en zijn kracht vloeibaar te maken.
En dit proces beleven we volledig tegenovergesteld aan de energie waarmee we ooit begonnen zijn.
De nog onbewuste Kreeft-trilling heeft zich niet met zijn tegenoverliggende Steenbok-aspect verbonden en blijft maar weken en verder weken, zonder een grotere samenhang te herkennen. Het gevoelswater heeft ons volledig in haar macht en we worden met geen andere stoffen verrijkt. We blijven maar vasthouden aan onze pijn, en zodra een ander signaal opgevangen wordt camoufleren we ons in de massa of verstoppen we ons in ons knusse en gezellige huisje – deuren op slot, jaloezieën naar beneden en licht uit.
Angst voor de eigen kracht
We blijven in dit aspect zitten en willen verder niets meer van de wereld weten, willen niemand zien en zijn het zielige slachtoffer. Alle andere mensen gaat het veel beter en wij zijn maar weer de klos; aldus ons grenzeloze zelfmedelijden. Basis van al dit gedrag is de angst voor het Leven en voor de eigen kracht.
Vertrouwen in een Goddelijke plan kennen wij niet, lijden en verdrietig zijn lijken de enige mogelijkheid; bovendien moeten al onze naasten meelijden, de hele familie in de breedste zin van het woord. Deze nog onbewuste trilling blust de vurige gedachten, de vurige impulsen die aan elk scheppingsbegin staan, volledig uit.
De moederlijke omarming
De bewuste Kreefttrilling aanvaardt zijn grote kracht en is dankbaar zijn beschermende functie in het scheppingsproces te mogen vervullen.
Liefdevol wordt elke impuls op een moederlijke manier omarmd en door het fijngevoelige wezen doorgelaten. Dit aspect is een soort bruggenbouwer tussen hemel en aarde, waarbij de ziel verder kan groeien.
Als we onze daad- en scheppingskracht vanuit de hoofdtekens benaderen, kunnen wij duidelijk herkennen hoe belangrijk het is dat de Kreeft-trilling bij het scheppen haar beschermende functie overneemt. Dan wordt de weerstand, die onze Ram-trilling met zijn ruwe impulsen ervaart, getransformeerd tot het brengen van een vrijwillig offer, niet alleen voor ons eigen welzijn maar ook voor dat van onze omgeving.
Pas als wij het dierlijke aspect in ons offeren kunnen, zullen wij de verdere scheppingskrachten kunnen herkennen. Alles over te geven, de controle los te laten en te vertrouwen. Even maar met andere dingen bezig zijn, die op het eerste gezicht helemaal niets met onze ‘schepping’ te maken hebben en er zo losjes bij hangen en in geen enkele samenhang met ons verhaal te brengen zijn.
Vertrouwensvol schept de Steenbok de materie
Juist door onze aandacht even op dat te richten waar nu behoefte aan is, en dat nu om aandacht vraagt – juist daardoor kan de kosmische transformatie plaatsvinden. Stil en volledig onverwacht voltrekt zich, geheel naar het Goddelijke Plan, het scheppingsmysterie en vloeit het wezen in de vorm.
Als we dus iets heel erg graag willen, of een idee in de materie willen omzetten, dan is het genoeg om de impuls van binnenuit sterk te voelen en het te benoemen. Op het moment dat we het benoemen blazen we het met onze wilskracht de levensadem in. We geven ons geesteskind een naam en het leeft. In de Astrologie is dit de as van Ram naar Weegschaal.
Daarna ondergaan we verschillende fases die ervoor zorgen dat ons geesteskind veilig door ons zielengebied in de materie kan vloeien en daar verantwoord opgevangen gaat worden. Dit scheppingsdeel komt overeen met de as van Kreeft naar Steenbok.
Als we rustig in evenwicht blijven, vol vertrouwen op de innerlijke leiding, kunnen alle trillingen die bij het scheppingsproces betrokken zijn hun werk doen.
Op die manier scheppen we iets dat tegen van alles bestand is en het wezen van de lichtimpuls uitdraagt. En iedereen die ermee in aanraking komt, kan dit voelen en wordt geïnspireerd.